Onze haren en onze identiteit


Wij mensen hebben geen vachtje
Zoals bij een schaap of een beer
En missen we dat, nou wat dacht je
We missen dat, missen dat zeer

Willen wij van de kou niet verrekken
Omdat we zo bloot zijn gemaakt
Moeten wij warme kleding aantrekken
Ik heb al een borstrok gehaakt.

Al zijn we zo kaal als een kikker
Ons werd nooit zo’n vachtje beloofd
’t Is vreemd maar er groeien hartstikke
Veel haren bij ons op het hoofd.

Dus rennen we snel naar de kapper
Die dan deze haardos verfraait
Die maakt ons dan elke keer knapper
Ik heb al een haarlint genaaid.

Een chemokuur gaat dat verknallen
Want haren, die raken we kwijt
Maar ik wil het van de daken doen schallen
Niet onze identiteit

Neem dus een voorbeeld aan de vos
Die heeft het goed bekeken
Zijn haren, die verliest hij wel
Maar niet zijn slimme streken.






Voeg een reactie toe